Els van der Glas groeide op in een Haarlems toonkunstenaarsgezin. Meer dan de muziek oefende de beeldende kunst grote aantrekkingskracht op haar uit. Haar artistieke beeldende opleiding was grotendeels autodidactisch; bestond daarnaast uit privélessen van vooraanstaande kunstenaars. Ze werkte naar model, maakte veel portretstudies, leerde de kunst van het mallen maken en afgieten in aluminiumcement. Ze werkte op bescheiden schaal maar een omslag kwam toen ze een aantal van haar beelden liet gieten in brons. Het betekende voor haar een volledige vrijheid van werken.
Liefde voor mens en dier is haar voornaamste drijfveer; steeds weer laat ze zich inspireren door hun schoonheid, kracht, charme of kwetsbaarheid. Bij elk beeld, hoe klein ook is ze op zoek naar een eigen handschrift, voert ze de strijd tussen af- en onaf, maar is vooral op zoek naar die expressie die het verbeelde recht doet. Alhoewel Els realistisch werkt, is de toets van haar werk bijna intuïtief waardoor haar beelden veel beweging en kracht uitstralen. Deze losse toets is tevens verantwoordelijk voor de fraaie structuren die door deze werkwijze aan het brons worden meegegeven.
Els van der Glas werkt vrij maar ook in opdracht in haar atelier gelegen midden in het Friese landschap. Een bescheiden, maar fraaie beeldentuin met ontvangstruimte rond haar boerderij is jaarlijks open.
Zij gunde zich de tijd voor ontwikkeling en exposeerde daarom maar weinig, pas na 2002 treedt ze meer naar voren.