Schaatsen, hardlopen, dansen, dat zijn de bewegingen die Inge interessant vindt om verstild neer te leggen in haar beelden. Beelden of beeldjes ontstaan door houdingen of bewegingen die haar raken en fascineren. Maar als het goed is, blijft de snelheid, de spanning en de kracht van de vastgelegde beweging duidelijk zichtbaar. Daar werkt ze op. Als materiaal gebruikte ze in de loop der jaren was, klei, giethars, maar brons blijkt de voorkeur door de onvergankelijkheid. Haar werk bekijkend herkent men het anatomisch inzicht dat ze ontleent aan haar jaren in de fysiotherapie. Elk spiertje op z’n plaats en zonodig wat overdreven voor de herkenning. Ze schroomt ook niet voor verlengde ledematen om die functie te benadrukken. Momenteel volgt ze de Klassieke Academie voor Beeldhouwkunst te Groningen om alle facetten van het beeldhouwen te onderzoeken.