Jonneke (1958) heeft een teken- en handvaardigheidsopleiding genoten aan de Vrije Leergangen te Amsterdam en de Rietveld Academie. Na haar opleiding heeft zij de vakkennis en ambachtelijke kant van het beeldhouwen verder ontwikkeld door lessen te nemen van de Amsterdamse beeldhouwer Joop Hollander. De essentie van de werkwijze van de kunstenares is: eerst goed observeren, daarna proberen de grote lijnen te ontdekken waarna het beeld, vanuit het geheugen, haar vorm krijgt. Zij kiest voor het boetseren in zwarte was, omdat het materiaal zich snel laat opbouwen en corrigeren en zo het minst remmend werkt bij een snelle eerste opzet van een beeld. Een dynamiek die je terugvindt in de vogelvluchten en dansfiguren. De natuur is een van de inspiratiebronnen van de beeldhouwster. Ze streeft er naar dat ene moment van spanning en beweging vast te leggen.