Mond is afkomstig uit een gezin met warme belangstelling voor kunst en cultuur. Muziek voert daarin de boventoon. Het vormt hem tot een fervent liefhebber van literatuur, poëzie, klassieke muziek, architectuur en filosofie. Hij geeft reeds op jonge leeftijd blijk van artistieke aanleg en valt tijdens zijn schoolperiode op door zijn tekentalent. In de periode 1958 volgt hij in Den Haag lessen aan de Academie Psychopolis bij Hessel de Boer en de Portugese kunstenares Beatriz Maria Matias. Ook volgt hij jarenlang les op de Academie Ars Aemula Naturae te Leiden. Onder de docenten bevonden zich Julia Brändle, Udo Bredo en Gerard de Wit. Het is een klassieke dag - en avondopleiding. Daarnaast volgt hij een jaar privéles aquarelleren bij Carla Schreuder in Wassenaar. Zijn werk blijft onder invloed van deze opleidingen in die jaren sterk naturalistisch gericht. Het is een langzame zoektocht die leidt naar een eigen identiteit. Een lange periode van ‘vallen en opstaan’. Later ontstaan er afwisselend figuratieve, maar ook sterk gestileerde etsen en monotypes. In de jaren tachtig van de vorige eeuw krijgt hij inspirerende aanwijzingen van enkele bevriende beeldhouwers: de Hongaarse beeldhouwer Karoly Veress, hun ateliers lagen op honderd meter afstand van elkaar en later de Haarlemmer Wim Jonker, waar hij ook tentoonstellingen mee deed. Onder hun invloed ontstaat er een begin van rijping, inspiratie en gevoelens om zich in de richting van het beeldhouwwerk verder te ontwikkelen. Maar het zal nog tot 1990 duren voor het driedimensionale werk daadwerkelijk in zicht komt. Net zoals de internationaal bekende Dordtse tekenaar wijlen Otto Dicke, die zich een Rembrandtachtig handschrift eigen maakte, (‘ik tracht dagelijks te tekenen’) verdiept ook Mond zich in de techniek van Rembrandts etsen en tekeningen. Er vinden meerdere ontmoetingen met Dicke plaats en exposeert met hem. Zo ook met de bekende illustrator Reint de Jonge uit Aerdenhout, die meent dat ‘als je tot grote hoogte wilt komen met de tekentechniek, je een leven lang dagelijks moet tekenen en intens observeren om de techniek te verbeteren en te verdiepen.’ Van nature tekenaar beoefent Mond dan ook bijna dagelijks het tekenen met pen, riet- pen en penseel: ‘pure vingeroefeningen.’ Snelle krabbels van het moment, in figuratieve stijl, opgetekend in zijn talloze schetsboeken, waarbij vooral het landschap, monumenten, dieren en mensen hem fascineren. Mond tekent razendsnel de mensen in Uganda, China, Spanje, Italië, Frankrijk etcetera. Schetst de zwervers in Amsterdam, Parijs , Londen, Hongkong, Shanghai, Beijing en Rome. De laatste jaren is het onderwerp vooral het boeiende China, waar hij al tekenend de machtige cultuur in zich opsnuift. Succesvol is hij met zijn grote subtiele aquarellen. Er volgt een aantal jaren (1985-1990) van louter aquarelleren met als onderwerpen: IJsselmeervissers, plassengebieden, interieurs en stillevens. Later volgt ook het landschap. Het werk vindt zijn weg in binnen- en buitenland. Voorts illustreert hij les- en leerboeken voor Brandweer Nederland en aantal gedichtenbundels, vele logo’s en huisstijlen voor het bedrijfsleven, affiches en brochures voor culturele activiteiten etcetera. Hij is een groot aantal jaren verantwoordelijk voor de praalwagenontwerpen voor het bloemencorso in de streek en de bekende Drie Oktoberoptochten te Leiden. Ook is hij medeoprichter van het Museum Oud Rijnsburg en de Kunstkring KK’ 88 Duin- en Bollenstreek, is hij lid van ballotage- en tentoonstellingscommissies en vervult hij daarnaast vele bestuursfuncties op cultureel gebied. Mond is werkend lid van diverse kunstenaarsverenigingen. Door het hele land geeft hij lezingen over uiteenlopende onderwerpen. In zijn latere werk (gemengde technieken en olieverven) blijft hij zoeken naar uitdrukkingsvormen die de taal van de eenvoud spreken. Een reis naar Oeganda opent hem de ogen voor de Afrikaanse kunst. Het op bijna ‘primitieve’ wijze vertalen van diverse onderwerpen, waarin vooral de mens in zijn pure vorm van blijheid en emoties een centrale plaats inneemt, is voor hem een toenemende vorm van inspiratie. Het zijn expressieve, stilistische, abstract-figuratieve schilderijen die bijna poëtisch overkomen. Maskerachtige, uitgerekte en gedeformeerde vervormde koppen en figuren: niet storend, maar met een warme menselijke uitstraling, in thema’s die de diepste kern van het leven raken. De kunstvormen zetten de beschouwer aan het denken. Deze kan zich erin herkennen, waarbij tevens ruimte voor de eigen fantasie… Zijn recente, kleurrijke olieverven omvatten een aantal Italiaanse (Toscane), Franse (Drôme) en Nederlandse landschappen. De reizen naar deze landen en de vele fietstochten door Nederland zijn aanleiding tot nieuwe impulsen, neergekwast in een heftige geladenheid. De schilderijen ademen een krachtige penseelvoering en vitale kleurenrijkdom uit. In deze werken wordt weinig rekening gehouden met een perspectivisch correctheid. Uniek en gedurfd is zijn benadering om bergen op deze manier weer te geven. Contrastrijke, felgekleurde vlakken geel, blauw, groen en wit in zijn Franse Landschappen komen ondanks de losse penseelstreek bijna gestileerd over. De structuur van de ondergrond speelt in dit werk een belangrijke rol. Op zijn Italiaanse doeken spat de zon er van af. Het zijn combinaties van vorm en kleur die met elkaar wedijveren om hun esthetische uitstraling. In zijn recente werk (2008 en 2009) komt langzaam de mens en het landschap in een combinatie van abstract-figuratief geschilderde, langwerpige grote doeken ten tonele. Zijn kleurtoepassing wordt geleidelijk aan getemperd. De onderwerpen blijven gevarieerd. De verf wordt in dunne lagen opgebracht (laag over laag) wat het werk verdieping geeft. Daarnaast tekent hij bijna dagelijks de dingen die hem fascineren en raken. Hij bedenkt en tekent nieuwe ontwerpen voor ruimtelijke objecten. Hij is de ontwerper van het monument, ter nagedachtenis aan de slachtoffers in Nederlands-Indië, en het bevrijdings-en verzetsmonument in Rijnsburg – gemeente Katwijk. In 2007 en 2008 boetseert hij een aantal treffende en ontroerende beeldjes, die uit steen worden gehakt of in brons worden gegoten. Ze hebben onder andere als onderwerp: ‘De zieke mens’ en ‘de gekwetste’. Hij vormt met gips kleine en grote moderne stilistische kunstwerken, die gegoten kunnen worden in brons. De grote ruimtelijke werken verlaten door hun kwetsbaarheid niet het atelier. Hij werkt verder aan voornamelijk kleine objecten, uitgevoerd in roestvast staal, in combinatie met brons, glas en steen. Het zijn eenmalige ontwerpen voor monumentale opdrachten, zoals de ‘aankleding’ van openbare gebouwen, bedrijfsruimten, parken of rotondes. Met deze ruimtelijke kunst wil Mond grenzen verleggen. Het zijn artistieke kunstobjecten, die hun tijd ver vooruit zijn en die uiteindelijk in de toekomst door een breder publiek ‘gezien’ en ‘begrepen’ zullen worden. Geen gemakkelijke, toegankelijke kunst, maar voor de kunstkenner en fijnproever van moderne kunst een verademing. Hij heeft zich met deze spanningsvolle kunstobjecten in zijn atelier letterlijk omgeven en ingebouwd. Ruimtegebrek noopt hem kleiner verder te gaan. In 2010 2011 en 2012, komt hij met een goed gevulde map tekeningen en aquarellen vol inspiratie terug uit China. Het zijn tekeningen van etnische minderheden en straattaferelen. Taferelen die verloren dreigen te gaan door de (te) snelle modernisering van het land. Fascinerend in zijn werk zijn de telkens geweldige veranderingen en tegenstellingen. Het zijn grote contrasten en vernieuwingen die nooit vervelen, maar voortdurend verrassen. Het is kunst, wars van commercie. Kunst die eenmalig is, dus uniek!