De vormentaal van de grotere abstracte beelden van Tonny de Brouwer (1960) is krachtig en kwetsbaar tegelijk. De vormen van de beelden zijn ‘versmeltingen’ van zachte ronde, natuurlijke, organische vormen en scherpere, hardere puntvormen. De 'huid' van de beelden speelt een belangrijke rol bij de uitstraling van het beeld, deze 'leeft', spreekt een eigen taal en is zeker niet altijd als brons herkenbaar.
De kleinere unieke handgemaakte bronzen beeldjes roepen vaak een glimlach op. Het zijn beeldjes met een symbolische betekenis, ze staan ‘dichtbij’, zijn herkenbaar. Inspiratie voor haar beelden haalt zij uit de natuur en haar innerlijke gevoelswereld.